DE UITDAGING VAN DUURZAAM VASTGOED

We hebben te maken met forse ruimtelijke uitdagingen. Vastgoed, en dan vooral het ontbreken van woonvastgoed (van het juiste type op de juiste plek), is de laatste tijd veelvoudig in het nieuws. Tegelijkertijd staat er echter ook nog steeds veel (kantoren)vastgoed leeg, ondanks de grootste daling in leegstand dit jaar sinds 2010 (die overigens hoofdzakelijk plaats vond in de randstad). Voeg nog wat ‘duurzaamheid’ toe aan de mix en je hebt een mooie breinbreker gecreëerd. Nu de verantwoordelijkheden steeds meer neergelegd worden bij de gemeenten en marktpartijen zijn wij in ieder geval heel nieuwsgierig wat er gaat gebeuren.

Ambities

Er zijn stevige ambities gesteld die de nieuwe kaders vormen voor de gebouwde omgeving. Reikend van doelstellingen als “een miljoen woningen erbij voor 2030”, tot aangescherpte energieprestaties, de loskoppeling van gas, het gebruik van duurzamere materialen, het creëren van leefbare steden en dorpen en de klimaatdoelstellingen van Parijs. Het is dus niet heel verrassend dat de verschillende partijen door de bomen het bos niet meer zien als het op de ‘juiste’ oplossing aankomt.

Knelpunten

Als grootste succesfactor in deze ruimtelijke uitdagingen wordt dan ook steevast een meer integrale aanpak en (grens overstijgende) samenwerking benoemd, omdat men erkent dat de opgave te groot is om alleen te overzien en aan te vliegen. Maar juist daar schuurt het nu met een immense tijdsdruk, het gigantisch personeelstekort in de bouw, de decentralisatie van overheden en regelgeving én het ruimtegebrek op de meest gewilde locaties (en overvloed waar men zich blijkbaar liever niet vestigt).

Kansen

Een uitdaging van dergelijk formaat biedt echter ook ontzettend veel (nieuwe) kansen. Zo zijn er al diverse transformatietrajecten (groot en klein) succesvol opgeleverd waarbij enerzijds dus de (woon)vraag werd beantwoord én leegstand werd teruggedrongen (zie bijvoorbeeld Spaces in Den Haag of Amstel III in Amsterdam). Er is tegenwoordig ook veel informatie te vinden over gebruikers en de wensen en behoeften om gebouwen hier zo goed mogelijk op te laten aansluiten, zodat het aanbod wat wordt gebouwd en/of getransformeerd vele malen beter aansluit. Bovendien bieden deze ‘markt-inzichten’ vastgoed exploitanten de mogelijkheid om nieuwe business modellen en verhuurconcepten te verkennen en de veranderende markt gerichter te bedienen. Daar past de trend om je te onderscheiden met een duurzaam pand naadloos in. In toenemende mate wordt de consument namelijk kritischer en kan je met een duurzame huisvesting en/of vastgoedportefeuille wel degelijk het verschil maken.

Financiële middelen

Dit klinkt natuurlijk allemaal goed, maar onderaan de streep blijft het financiële plaatje een essentiële rol spelen. Bovenstaande suggereert namelijk meer input aan de voorkant, door (markt)onderzoek, samenwerking en de bewuste keuze voor duurzamere (en vaak ook duurdere) alternatieven. Een veel gehoord geluid is dan ook dat er meer financiële middelen nodig zijn om deze uitdagingen aan te pakken. Het goede nieuws is dat er zowel landelijk als provinciaal verschillende regelingen beschikbaar zijn voor de verduurzaming van de vastgoedportefeuille. Na een uitgebreide analyse van de sector en de (op dit moment) beschikbare regelingen komen energie en verduurzaming als grootste thema’s naar voren.

Verduurzaming is vanuit financiële regelingen bezien vaak ook energie-georiënteerd. Verreweg de meeste regelingen richten zich daardoor op een of andere manier op de energietransitie en de aangescherpte energieprestatie-eisen. Denk bijvoorbeeld aan verbeterde isolatie van de gevel, dak en ramen of duurzame techniek voor energie opwekking- en gebruik. Verduurzaming omvat in onze optiek uiteraard meer onderwerpen, zo ook het transformeren van vastgoed omdat hier twee vliegen in één klap mee worden gevangen. Hoewel er landelijk gezien niet veel regelingen beschikbaar zijn, is er op provinciaal niveau wel meer keus. Benieuwd naar regelingen die voor u relevant kunnen zijn? Neem dan contact op met Wesley Visser via visser@plusprojects.nl.