Innovatiebox

De innovatiebox is een interessante belastingmaatregel voor het innovatieve bedrijfsleven, omdat hiermee een korting op de betalen vennootschapsbelasting verkregen wordt.

Kom ik in aanmerking voor de Innovatiebox?

Het belangrijkste criterium is dat u zelf in staat bent R&D uit te voeren. Er moet dus een afdeling of team aanwezig zijn dat als belangrijkste taak heeft nieuwe producten en diensten te ontwikkelen. Dit mogen producten voor eigen gebruik zijn, zoals speciale software voor een webshop die door u wordt beheerd, maar ook producten die commercieel worden verkocht. Dit wordt onderbouwd met verkregen octrooien op naam van de onderneming of S&O-verklaringen.

Wat levert de Innovatiebox op?

Theoretisch kan de innovatiebox het gehele belastingtarief over de winstbelasting verlagen van 25% naar 5%. In de praktijk is dit echter niet mogelijk. In de beoordeling wordt namelijk getoetst in hoeverre de winst daadwerkelijk is voortgekomen uit innovaties. Aangezien ook ondersteunende en routinematige werkzaamheden, zoals bijvoorbeeld marketing en HRM, bijdragen aan de winst, wordt er per onderneming gekeken welk deel van de winst toegekend kan worden aan innovaties.

De belastingdienst hanteert hiervoor verschillende methoden, die elk hun eigen voor- en nadelen hebben.

Innovatiebox aanvragen

De aanvraag verloopt altijd in overleg met een belastinginspecteur en geldt voor meerdere jaren. Bij de belastinginspecteur wordt een verzoek ingediend om gebruik te mogen maken van de innovatiebox. Hierop zal de inspecteur om onderbouwing vragen. Dit is een document van beperkte omvang – doorgaans slechts 10 tot 20 pagina’s – waarin toegelicht wordt in welke markt u actief bent, hoe de onderneming organisatorisch is opgebouwd en welke plaats het inneemt in een eventuele fiscale eenheid. Daarnaast moet duidelijk onderbouwd zijn welke innovaties door u zijn ontwikkeld en hoe belangrijk deze zijn in de bedrijfsvoering en in de aangeboden producten en diensten.

Kiezen voor een octrooi of een WBSO verklaring als toegangsticket tot de innovatiebox?

Deze vraag is niet eenvoudig te beantwoorden. Beiden hebben hun voor- en nadelen. Octrooien zijn concrete bewijzen van innovatie, maar een aanvraag duurt lang, is complex en kostbaar. Octrooien hebben daarnaast altijd betrekking op innovaties die al ontwikkeld zijn.

WBSO verklaringen worden afgegeven voor onderzoek dat nog uitgevoerd moet worden. Innovaties uit het verleden tellen daarbij niet mee. Omdat een WBSO verklaring alleen betrekking heeft op nog te ontwikkelen innovaties, moet u bij een innovatiebox wel kunnen aantonen dat de nieuwe innovaties ook toegepast worden in de aangeboden producten en diensten of in eigen (productie)processen.

Bij een aanvraag voor de innovatiebox is het aan te raden zowel de historische innovatiekracht, als de huidige te onderbouwen. Alleen met een combinatie van zowel octrooien en S&O-verklaringen is dit goed mogelijk.

WBSO verklaringen hebben daarnaast nog een groot voordeel. De verklaring wordt altijd afgegeven aan de onderneming die het R&D uitvoert, ook als het intellectuele eigendom daarna overgaat naar een andere dochter-/zusteronderneming. Het blijft daarmee altijd een geldig bewijs van het uitgevoerde R&D.

Zijn alle octrooien te gebruiken om toegang tot de Innovatiebox te krijgen?

Nee. Bij octrooien spelen een aantal administratieve beperkingen die voortkomen uit het feit dat octrooien overdraagbaar zijn (verkocht mogen worden). Er zijn twee situaties waarin octrooien niet ingezet kunnen worden in de onderbouwing

  • Het octrooi is aangekocht.

Dergelijke octrooien zijn niet verkregen door eigen R&D, het belangrijkste criterium om in aanmerking te kunnen komen voor de innovatiebox. Octrooien die aangevraagd zijn op eigen vervolgonderzoek voortgekomen uit aangekochte octrooien, mogen overigens wel ingezet worden in de onderbouwing.

  • Het octrooi is ondergebracht bij een (administratieve) dochter-/zusteronderneming.

De innovatiebox wordt aangevraagd door een individuele onderneming, ook als deze onderdeel is van een grotere fiscale onderneming. Deze onderneming moet onderbouwen zelf R&D uit te voeren. Octrooien die hieruit voortkomen, maar op naam komen te staan van een dochter-/zusteronderneming, gelden niet; ze staan immers niet meer op naam van de innovatiebox-aanvrager. Tegelijkertijd kan de dochter-/zusteronderneming deze octrooien niet inzetten voor de innovatiebox, want deze onderneming voert zelf geen R&D uit en het octrooi is niet voortgekomen uit eigen R&D.

Waarom is een WBSO subsidie nog meer interessant?

De WBSO biedt:

  • ook mogelijkheden om in aanmerking te komen voor de Innovatiebox voor innovaties die niet octrooieerbaar zijn, zoals software-ontwikkeling;
  • ook subsidie op de loonkosten die worden gemaakt voor R&D;
  • en toegang tot subsidie op overige kosten en uitgaven die worden gemaakt voor R&D.

Een gedeelte van het R&D wordt uitbesteed. Vormt dit een belemmering voor de Innovatiebox?

Nee, de Innovatiebox staat toe dat een deel van het R&D wordt uitbesteed.  Vuistregel is dat het uitbestede werk niet meer dan 50% van de inspanning, zoals uren, betreft, maar hier kan in specifieke gevallen van afgeweken worden. Belangrijk is wel dat het uitbestede werk volledig onder regie en risico van de Innovatiebox-aanvrager is gebeurd en dat de aanvrager zelf ook een belangrijke rol speelt in het R&D.

Hoe bepaalt de Belastingdienst welk gedeelte van de winst in aanmerking komt voor de Innovatiebox?

Er zijn vijf methoden te onderscheiden, die hieronder kort zijn toegelicht:

  1. Vaste inrichtingen – Dit betreffen buitenlandse bedrijven waarvan een afdeling een vaste vestiging heeft in Nederland, bijvoorbeeld specifiek voor R&D. Winstallocatie vindt dan plaats volgens de ´authorized OECD approach’.
  2. Per-activummethode – Hierbij wordt gekeken naar het winstaandeel van elke individuele innovatie. Vooral bedrijven met een incidentele of heel specifieke innovatie is deze interessant, omdat winst dan rechtstreeks aan een product of dienst te koppelen is.
  3. Afpelmethode – Zijn innovaties diep verweven in de bedrijfsvoering, en niet terug te brengen tot specifieke producten of diensten, dan kan op bedrijfsniveau gekeken worden. Hierbij wordt de rol en omvang van een R&D-afdeling bepaald ten opzichte van het gehele bedrijf en naar rato de korting berekend.
  4. Kostengerelateerde methode – Hebben de innovaties vooral een indirecte invloed op de winst, bijvoorbeeld omdat ze logistieke kosten verlagen of verkoop bevorderen door een betere back-office, dan wordt gekeken naar de kosten die samenhangen met het R&D.
  5. Forfaitaire methode – Zijn de te verwachten voordelen uit de innovatiebox te beperkt om de samenhangende kosten voor onderbouwing te rechtvaardigen, kan voor een forfait gekozen worden. Deze bedraagt 25% van de fiscale winst, met een maximum van € 25.000 dat in aanmerking komt voor de innovatiebox. Het forfait levert daarmee maximaal € 5.000,- aan korting over de te betalen winstbelasting op.

U kunt jaarlijks kiezen of u de forfaitaire methode toepast of één van de andere methoden. Het is niet mogelijk om een combinatie te maken. Welke methode het beste gekozen kan worden, is niet eenvoudig te bepalen. Het is daarom aan te raden hiervoor een fiscaal specialist in te schakelen.

Benieuwd of u in aanmerking komt voor de Innovatiebox? Neem contact op via info@plusprojects.nl.

 

Altijd op de hoogte van het laatste subsidienieuws? Volg onze LinkedIn pagina of meld je aan voor de Plus Projects nieuwsbrief:

Aanmelden